.
Grondbeginsels
In het eco-narratief werk reizen ideeën met ons mee die ons leiden. Het is het verhaal van hoe wij kijken naar de mens, de aarde en het werk dat wij in de wereld mogen doen. Ze ontstonden doorheen vele jaren van leren en kijken wat werkt.
1 - Alles is relatie
Niets bestaat op zichzelf. Elke mens, plant, ding, dier, plan, elke gebeurtenis, hoop, droom: een knooppunt van relaties. Iets of iemand 'is' omdat er al het andere is. De mens is in essentie een relationeel wezen. Met ons lichaam, ons brein en onze zintuigen staan we altijd in relatie tot alles wat ons omringt. Onze adem, voeding, ervaren, denken, voelen en doen zijn een voortdurend over en weer stromen van invloed tussen onszelf en de wereld waarin we zijn.
Hoe willen we leven in relatie tot onszelf, anderen, onze woon- en werkplek en de natuur, wanneer we die relationele werkelijkheid begrijpen?
2 - Alles is meer een 'worden' dan een 'zijn'
Als alles relatie is, en die relaties voortdurend in beweging zijn, dan is er niets dat blijft zoals het is. Dan is alles altijd aan-het-worden. Een plek, een boom, een tuin, een droom: alles verandert, in ritmes en relaties tot al het andere. Bewegend doorheen de tijd veranderen ook wij, mensen voortdurend. Elke ervaring, ontmoeting, elk nieuw idee vormt ons. Vandaag zijn we al anders dan gisteren. En morgen zal het weer anders zijn.
Hoe willen we meebewegen met die wordende kracht, voor onszelf en voor de aarde?
3 - Het geheel is groter dan de som van de delen
Met het idee dat alles relatie is, komt ook het grotere geheel in beeld. Alles wat onderling in relatie is, vormt een nieuw geheel. Denk aan een landschap, een huis, een groep mensen of een organisatie. Elk geheel maakt ook weer deel uit van een nog groter geheel. En elke ingreep vanuit een deel verandert het geheel. Een geoogst veld verandert het landschap. Het vertrek van een collega verandert een team. Een nieuwe vereniging verandert de lokale gemeenschap. Een stervende boom verandert het landschap. Het geheel is een onvoorspelbaar en complex web van relaties met kleinere gehelen.
Hoe dragen wij als deel van het grotere geheel mee zorg voor onze plek, onze organisatie en het Leven?
4 - De natuur doet ons het ons voor
De natuur vernieuwt zichzelf voortdurend. Alles komt op, bloeit, draagt vruchten en rust in het ritme van de seizoenen. In de natuur is er geen afval. Alles wat losgelaten wordt, is opnieuw voedsel voor het andere. In de natuur is alles met elkaar verbonden. Wat uitademing is voor de ene, is inademing voor een ander wezen. De onderlinge verbondenheid maakt het geheel regeneratief. De natuur creëert overvloed, manifesteert zich in patronen van onderlinge samenhang. Ook wij kunnen leren van deze natuurlijke regeneratieve processen. De principes van permacultuur helpen ons daarbij.
Op welke manier kunnen we leven vanuit zorg voor elkaar, zorg voor de aarde en alle overvloed eerlijk delen met al wat leeft?
5 - Mensen zijn verhalenmakers en betekenismakers
In die grotere gehelen nemen mensen een bijzondere plek in. Niet beter, maar anders. Mensen zijn verhalenmakers. We rijgen ervaringen aan elkaar tot betekenis, en dan besluiten we 'zo ben ik, zo is de ander, zo is de wereld.' Als we ons bewust worden van dat proces, kunnen we onze verhalen herschrijven. Dan kunnen we andere ervaringen toelaten, waaruit we kunnen leren en nieuwe verhalen kunnen ontstaan. Op die manier kunnen we ook bijdragen aan de verandering van de dominante overtuigingen en verhalen van onze tijd.
Welke toekomstverhalen willen we over onszelf als mens vertellen in relatie tot elkaar,de natuur, de plekken waar we wonen en werken?
6 - We kunnen ons anders verhouden tot de dominante verhalen
We leven niet alleen in onze persoonlijke verhalen, maar ook in een samenleving die bol staat van verhalen over wat waar en juist is. Soms helpen die verhalen ons en onze aarde, maar vaak ook niet. Denk aan het dominante verhaal van economische groei bijvoorbeeld, en alle gevolgen daarvan voor de aarde.We kunnen wel kiezen om ons anders te verhouden tot die grote verhalen. En om onze alternatieve verhalen meer te doen klinken in de wereld.
Wat gebeurt er als we onze verhouding tot de dominante verhalen in de maatschappij weer overwegen? Wat kan er dan ontstaan in onze levens en relaties met de levende wereld?
7 - Aandacht is scheppende kracht
De stuwende kracht achter onze relaties en de verhalen die we erover vertellen is aandacht. Aandacht is scheppende kracht, want wat aandacht krijgt, komt tot leven in onze relaties. Aandacht brengt (onbewuste) achtergrond naar (bewuste) voorgrond. Aandacht vormt relaties en vormt daardoor ons zowel als de grotere gehelen waarvan wij deel uitmaken. Wanneer we onze aandacht richten en andere vragen stellen, is de verandering al bezig. We moeten dus niet lineair denken over verandering, want als we ergens aandacht voor hebben, en vragen stellen, begint de verandering al.
Als aandacht een scheppende kracht is, wat verdient dan onze aandacht?
8 - Laat ons de kracht van taal niet onderschatten
Mensen hebben verbeelding en taal als manieren om onze relaties vorm te geven, vragen te stellen, te leren en verhalen te vertellen. De woorden die we kiezen, maken mee de werkelijkheid die dan ontstaat. Kiezen we voor afstandelijke, feitelijke taal, dan scheppen we afstand. Kiezen we voor beeldende, kleurrijke en zintuiglijke taal, dan ontstaat nabijheid. Kiezen we voor verhalen, dan groeit medeleven, verbeelding en inspiratie.
Welke taal helpt ons op weg naar een tijdperk waarin de mens leeft in een wederkerige relatie met plek, natuur en aarde?
9 -De mens is een ver-wonderlijk wezen
We zijn denkende, bewegende, ervarende, voelende, zintuiglijke, lichamelijke wezens die met elke vezel van hun bestaan verbonden zijn met alles wat ons omringt. Het is een feest van herkenning als we ontdekken dat ons hele wezen diep verweven is met de anderen, met de natuur, met de tijd en met plekken waar onze levens zich afspelen. Verwonderd leven in relatie tot alles, is betoverend. Ons zeker-weten loslatend, schept ruimte voor mogelijke werkelijkheden die we nooit eerder konden herkennen. We zijn dan niet langer afgescheiden, maar diep één met al wat is. Onze zintuigen en ons natuurlijke vermogen tot verwonderen, denken, voelen, ervaren, reflecteren en leren zijn draadjes tussen ons en de wereld.
Is het niet een groot geschenk al onze wonderlijke menselijke vermogens te mogen betrekken in de ervaring van deel te zijn van de aarde?