Econarratief werk

25-11-2021

Zinspelen op ECO-RELATIES | Neem mensen mee naar het symbioceen

Een uitnodiging tot econarratief werk 

Download pdf in English or Dutch


Welkom, en dankjewel voor je nieuwsgierigheid en bereidheid om wat van je tijd met mij door te brengen. Doorheen deze tekst reizen we naar wat een diepgaande bijdrage kan worden van verhalende werkers in deze ontwrichtende tijden: mensen helpen hun weg terug naar huis te vinden. Thuis op deze levende aarde. De enige plek die ons leven ondersteunt. In deze tocht stappen we van het antropoceen naar het symbioceen. We vragen ons af hoe narratief werk kan helpen om dit nieuwe tijdperk binnen te gaan. 

Maar eerst... neem een paar minuten de tijd om je voor te bereiden op de tocht.

Kijk eens om je heen, waar je nu bent. Welke elementen van de natuur houden je op dit moment gezelschap? In welke woorden of beeld zou je je relatie ermee beschrijven? Hoe beïnvloedt dit je bewustzijn, je wezen, je ervaring van verwantschap? Hoe zou het zijn als je in staat zou zijn om je verwantschap met de grotere natuurlijke wereld uit te breiden?

Neem een paar minuten de tijd om bij deze vragen te zijn. Dan gaan we verder.

Om aan onze reis te beginnen, zal ik je het verhaal vertellen van een diepgaande ervaring die me aan het denken zette over hoe mijn verhalende werk kan bijdragen aan het omkeren van de wijdverspreide gevoelens van vervreemding. We staan stil bij vervreemding en resonantie: twee vormen van verbondenheid met de wereld. We duiken in 'biofilie', de liefde voor de natuur, vanuit onze eigen ervaringen. Van daaruit neem ik je mee van het Antropoceen naar het Symbioceen, waar we kunnen ontdekken wat ons, narratieve werkers, roept om bij te dragen in deze tijd. We denken na over wat we dan kunnen doen, op praktisch niveau. En ik laat je gaan met een uitnodiging om je thuis-zijn in de biosfeer zelf te beleven en geef je een paar leessuggesties cadeau.

Leestijd: 15 minuten. 
Artikel als pdf downloaden kan hier | In English: download pdf here 

"Ik wil alleen maar voelen dat ik leef"

Laat me je eerst meenemen naar een moment ...

Het was nazomer, 2017.

Mijn narratieve collega's Chené Swart, Marianne Schapmans en ikzelf dachten samen na over wat later 'Storyweaving' werd. We waren in de stad Gent, in het huis en de tuin waar Marianne woont.

Op dat moment keerde ik terug van een lange en deugddoende vakantietijd die me weer bij zinnen had gebracht, na een periode van lange werkdagen met volledige toewijding aan het verhalenwerk dat ik in verschillende social-profitorganisaties uitvoerde.

Ik herinner me hoezeer ik ernaar verlangde om het gevoel van vrede, rust en verbondenheid, dat ik in mijn vakantie had ervaren, niet te verliezen. Ik voelde hoe aarzelend ik was om weer in het werkveld te stappen. Ik was bang om die kwaliteit van leven te verliezen in mijn werk. Mijn ziel bleef heen en weer slingeren tussen het verlangen om bij te dragen aan de wereld en een diep gevoelde behoefte om de kwaliteit van leven te beschermen die ik tijdens mijn vakantietijd had ervaren.

Op een gegeven moment, toen we 's avonds met z'n drieën een fles wijn deelden, probeerde ik uit te drukken wat er in mijn ziel bewoog. Ik voelde hoe de tranen kwamen en ik kon de juiste woorden niet vinden. Ik kon alleen maar zeggen 'ik wil alleen maar voelen, ervaren dat ik leef, dat ik leef.'

Resonantie

Met die uitdrukking raakte ik iets aan dat ik later ging begrijpen als een universeel verlangen naar 'resonantie', zoals de Duitse hoogleraar sociologie Hartmut Rosa ontwikkelde: ervaren dat we volledig leven, is in resonerende relaties zijn met de dingen van de wereld.

Dat was precies wat ik in mijn vakantietijd had ervaren: ondergedompeld worden in resonerende relaties met niet alleen andere mensen en ideeën, maar ook met landschappen, plekken, bossen, planten, dieren, het weer, de zon en wind, de sfeer van dag en nacht. Met de meer-dan-menselijke wereld.

Als je deze relatie eenmaal diep hebt ervaren, verlaat het verlangen je nooit meer.

In resonante relaties zijn betekent dat we wederzijds openstaan om geraakt en getransformeerd te worden in de ontmoeting. Dat in ervaringen betekenis kan ontstaan die mij transformeert, en die ook het wezen transformeert dat ik ontmoet. Althans in een subjectieve modus - van subject tot subject. Bijvoorbeeld: als ik bij een wilg in mijn omgeving zit, met al mijn zintuigen open en de bereidheid om samen te zijn met die boom, diens aanwezigheid te ervaren en te begrijpen, dan verander ik en ook de boom zal in mijn beleving nooit meer hetzelfde zijn. De boom wordt een identiteit op zichzelf. Een levend wezen. Ik kan me voorstellen dat de wilg bezield en communicatief is. Niet op dezelfde manier waarop wij, mensen, bezield en communicatief zijn, maar op zijn eigen manier. Als een boom. Als die boom.

En het rimpelt nog verder. Resonantie ervaren met die wilgenboom, maakt me gevoeliger voor de plek waar de boom leeft, de relaties die de boom heeft met andere bomen, met de egel die in zijn omgeving leeft, de vogels, de insecten, de aarde en het ondergrondse leven.

En zelfs voorbij die specifieke plek: ik word bewuster van en gevoeliger voor de aanwezigheid van andere bomen, op andere plaatsen. Als ik open en aandachtig ben, voel ik dat ik thuiskom in een levende, sprekende, voelende, strevende natuur. Waar ik ook loop en zit, overal kan ik het leven zien, voelen, ruiken, voelen, horen. Ik voel dan dat dit echt 'thuis' zijn is. In verwantschap met al het leven waar ik op dat moment mee samen ben.

"Thuiskomen in een levende, sprekende, voelende, strevende natuur. Dat is verwantschap voelen met al het leven."



Biofilie

Deze ervaring is een uiting van biofilie. Deze term werd bedacht door sociaal psycholoog Erich Fromm, die dit woord gebruikte om de menselijke liefde voor het leven en alles wat leeft uit te drukken. In het begin 20e eeuw verklaarde hij dat relaties tussen mensen en de natuurlijke wereld onze diepe staat van zijn uitmaken, geërfd van onze vroege voorouders die volledig afhankelijk waren van hun relaties met de natuurlijke wereld.

Later werd de term 'biofilie' opnieuw opgepikt door bioloog E.O. Wilson. Volgens Wilson hebben mensen wel een aangeboren ontvankelijkheid voor de natuur. De liefde voor de natuur, en de zorg die uit die liefde voortkomt, is aangeboren bij mensen, zegt hij. Dit inzicht is nu een van de fundamenten in de ecopsychologie: de wetenschap en praktijken van verbinding tussen mens en natuur.

Als we niet in staat zijn om deze liefde te ervaren en uit te drukken, raken we vervreemd van onszelf en het leven als geheel. En die vervreemding is precies waar het onderzoek van socioloog Hartmut Rosa begon.

Vervreemding en onze ervaring van tijd

Volgens Hartmut Rosa is resonantie het positieve tegenovergestelde van vervreemding. Hij stelde dat onze relatie tot de tijd die de vervreemding veroorzaakt. Hij wees erop dat in westerse samenlevingen de tijd - zoals wij die ervaren - exponentieel versnelt, veroorzaakt door de druk van het kapitalisme. We moeten altijd sneller gaan, sneller denken, sneller werken, onmiddellijk handelen. Om gelijke tred te houden met de veranderingen en om onze plaats en sociale status in een concurrerende wereld te waarborgen.

We ervaren tijd vooral als lineair: van hier naar daar, naar de toekomst, in een steeds hoger tempo. Om dat tempo bij te kunnen houden, vernauwen we onze aandacht. We verliezen op die manier de ervaring van diep verbonden te zijn met anderen, tot de plaats waar we wonen, de gemeenschap om ons heen, de natuurlijke wereld die ons leven ondersteunt.

We zijn vergeten dat we tijd ook kunnen ervaren als verwantschap: het open moment waarop alles met elkaar verweven is en elkaar wederzijds beïnvloedt. In de tijd als verwantschap richten we ons op relaties, onderlinge afhankelijkheid en (het verlies van) resonantie tussen alles wat ademt, groeit, bloeit, blaast, glanst, druppelt, ...

In onze dominante modus van lineaire tijd verloren we ons diepe bewustzijn van de onderlinge verbondenheid van alles, en hoe ingebed ons leven werkelijk is in het leven op aarde. Onze samenlevingen raakten verstrikt in een enge focus op concurrentie, individualisme en opgeblazen egocentrisme.

Tegelijkertijd werd de natuur stil. Achtergrond. Decor. Geen resonerende partner meer in ons relationele leven. Gestript tot objecten en hulpbronnen in plaats van een onderling verbonden en onderling afhankelijk web van bezielde levende wezens. En precies dat zou - zoals veel ecopsychologen, milieuactivisten en ecofilosofen aannemen - de belangrijkste oorzaak van menselijk lijden kunnen zijn en tegelijkertijd de belangrijkste drijfveer achter de ecologische crisis waar we nu middenin zitten.

Het tij keren

Maar het verlangen woont nog steeds in ons. Omdat we biofiele levende wezens zijn, bedraad om relaties met de levende wereld te ervaren en met zorg te handelen. Het verlangen uit zich in dat gevoel dat er iets niet klopt, iets gezien, ervaren wil worden, onderdeel wil worden van ons leven. Iets waar we geen expliciete ideeën over hebben, noch woorden om het verlangen uit te drukken. Een diep, diep verlangen om 'thuis' te vinden. Om terug te keren naar onze inbedding in het Leven.

Het goede nieuws is - zoals ik zelf heb mogen ervaren en bestudeerde in toegepaste ecopsychologie - dat we naar dit verlangen kunnen luisteren. Dat we de weg terug naar huis kunnen vinden. Dat we weer kunnen thuiskomen in relatie met de meer-dan-menselijke wereld.

Het bewijs van de transformatie die zich dan voltrekt, stapelt zich op. Wat we onbewust al tijden weten, wordt nu bevestigd door de wetenschap. Ervaringen van verbondenheid met de natuur verlichten angst, depressie, eenzaamheid, aandachtsproblemen, gevoelens van zinloosheid en hopeloosheid. Natuurtherapie wordt nu steeds vaker gebruikt bij lichamelijke en psychische genezing, bij traumahulp. Onderwijs in de natuur helpt kinderen om meer gefocust, opener en creatiever te zijn in hun leren. Verbondenheid met plaatsen, landschappen, dieren, planten, bodems verhoogt veerkracht, creativiteit, kalmte, relaties en spiritualiteit: het diepe gevoel deel uit te maken van een groot en mysterieus geheel. 

En Jij?

Ik stel voor dat je een gesprekspartner uitnodigt en gaat wandelen. Zoek een plek in de natuur waar je je welkom voelt en neem de tijd voor een gesprek. Luister naar elkaars verhalen, geïnspireerd door deze vragen:

Kun je je een ervaring herinneren waarbij je je ingebed voelde in de natuur? Dit kan een recente ervaring zijn, of je kunt teruggaan naar de tijd dat je als kind nog vanzelfsprekend openstond voor de wonderen van de wereld.

Vertel het verhaal en breng al je zintuigen erin: wat zie, hoor je, ruik, proef, voel je op je huid, wat voel je bewegen in je lijf?

Geef het verhaal dan een naam.

En vertel nu wat deze herinnering voor je in gedachten heeft. Waarom wilde dit verhaal hier en nu verteld worden? Wat is het geschenk dat dit verhaal nu in je leven wil brengen? Wat is voor jou nu de uitnodiging van dit verhaal?

Nadat je naar je gesprekspartner luisterde en genoot van het vertellen van je eigen verhaal, neem dan de tijd voor deze reflecties. Denk er even over na en deel ze met elkaar:

  • Wat gebeurde er met je tijdens het vertellen en luisteren? Wat heeft je geraakt? Wat resoneert nu voor jou?
  • Hoe anders zijn de verhalen die je vertelde en beluisterde dan de dominante verhalen over de natuurlijke wereld? En dan de dominante aannames over de relatie mens-natuur?

Kunnen we zien dat het goed zou zijn als we de tijd als verwantschap herstellen? Dat het belangrijk is om ruimte te creëren waar we ons bewuster worden van onze identiteit als biofiele wezens? Van onze verwantschap met plekken, landschappen, dieren en planten. Van onze afhankelijkheid van voedsel en onderdak. Voor onszelf en voor de aarde moeten we bewegen van ego naar eco: van afgescheidenheid van en dominantie over de natuur naar onze plek vinden in het geheel, als familie.

Wij, als mensen, zijn volledig toegerust om dat te doen. We hebben onze zintuigen, denkkracht en spiritualiteit. Ons levende lichaam is bedraad voor verbinding en relatie. We hebben verhalen en we zijn verhalenmakers.

Ik geloof dat wij, als narratieve werkers, hier opgeroepen worden. Om vervreemding en al het leed dat daarmee gepaard gaat voor mensen, gezinnen, gemeenschappen en de natuurlijke wereld om te keren. Om bij te dragen aan de grote wending waartoe alle mensen geroepen zijn: op weg van ego naar eco (van 'oikos', huis, thuis), van het antropoceen naar het symbioceen.

Bewegen van het Antropoceen naar het Symbioceen

Laat me je wat meer vertellen over deze verschuiving van ego naar eco, van antropoceen naar symbioceen. Misschien kan een bekend verhaal over de terugkeer van de wolven in een van de Amerikaanse nationale parken ons helpen begrijpen wat ik hier bedoel.

Eeuwenlang hebben mensen verhalen opgestapeld over wolven als gemene, gevaarlijke roofdieren die land schaden, herten en vee doden en mensen bedreigen. Als gevolg van dat verhaal besloten mensen om alle wolven in het nationale park te doden. Daardoor raakte het ecosysteem na verloop van tijd volledig uit balans. De populatie herten groeide enorm. En de herten - niet langer bang voor de wolven - graasden intensief langs de oevers van de rivier. Ze vernietigden zo de leefgebieden voor bacteriën, insecten en kleine dieren, waarvan weer andere dieren afhankelijk waren. De diversiteit verminderde snel in het park, aan de oevers van de rivier en in de rivier.

Dit is een verhaal van de vele, vele verhalen van het Antropoceen: het tijdperk waarin menselijke (antropos: mens) beslissingen en activiteiten de biodiversiteit diep veranderden tot een punt waarop het ecosysteem instort. Het Antropoceen is de naam van dit tijdperk, waarin het klimaat, de bodem en de atmosfeer de effecten van menselijke activiteit tonen. De situatie is dramatisch, als we denken aan de steile curves van de opwarming van de aarde, het uitsterven van soorten, uitputting van fossiele energiebronnen, vernietiging van ecosystemen en landschappen, en zelfs extreme uitputting van mensen en onze sociale gemeenschappen.

Dit is het resultaat van het dominante westerse verhaal waarin de mens de aarde regeert en zowel de planeet als alles wat leeft ziet als hulpbronnen die het menselijk leven dienen. In dit verhaal ziet de mens zichzelf als een autonoom individu, fysiek en psychologisch gescheiden van de natuur, in een competitieve omgeving gericht op zijn overleving en comfort. Dit verhaal van individualisme, afscheiding en menselijke dominantie over al het leven is eeuwenlang versterkt in Westerse filosofie, religie, economie en politiek. Het is diep geworteld geraakt in onze identiteit, organisaties, economische systemen, sociale structuur en politiek.

Maar tegelijkertijd, en dat is het andere verhaal dat nu groeit, begrijpen mensen over de hele wereld dat de ecologie waarin we zijn ingebed, een systemisch netwerk is. Een netwerk dat alles bij elkaar houdt in ingewikkelde en verweven relaties.

In het verhaal van de wolven in het nationale park in Amerika keerden de roedels in de jaren '90 terug, met de hulp van mensen die deze biodiverse relaties begrepen. In minder dan een decennium herstelde de natuurlijke omgeving zich van wat het eerder had verloren. De herten - wederom op hun hoede voor de wolvenroedels - trokken de heuvels op. Zieke dieren werden prooi voor de wolven en de kuddes werden gezonder. Aan de oevers van de rivier kon de vegetatie zich herstellen. Insecten keerden terug, en met hen vogels, vissen, otters en andere planten en dieren. De mens trok zijn bemoeienis terug en de ecobalans keerde weer.

Wetenschap en praktijk tonen nu overtuigend aan dat de fundamenten van het leven niet afscheiding en dominantie zijn, maar verbondenheid, diversiteit, wederkerige relaties en samenwerking tussen levende wezens en aardse systemen. Dit alles komt tot uiting in het systeemdenken, waar bijvoorbeeld Fritjov Capra geweldig werk doet.

Voortbouwend op deze kennis suggereert de Australische ecofilosoof Glenn Albrecht het Symbioceen als de naam voor het tijdperk dat het verwoestende Antropoceen moet vervangen.

Symbiose - het naast elkaar bestaan van organismen met meestal een wederzijdse toegevoegde waarde en onderlinge afhankelijkheid - betekent dat we afstand nemen van dominantie en evenwicht zoeken. Het houdt in dat we een nieuw verhaal vertellen over wat het betekent om mens te zijn in een levende wereld. Het betekent ook herontdekken dat we met ons lichaam en onze psyche onlosmakelijk verbonden zijn met wat ons omringt. Hierdoor zijn de natuur en de plek waar we wonen niet langer de achtergrond, grondstof of inrichting van ons leven, maar deelnemer. Dat verandert onze waarneming en bewustzijn totaal.

Het symbioceen zal een periode in de geschiedenis worden die wordt gekenmerkt door menselijke intelligentie en praktijken die voortkomen uit het begrip van wederkerigheid en evenwicht tussen alle organismen. De mens zal gedreven worden door een levensondersteunende relatie met de aarde en integreert zichzelf fysiek, psychologisch en cultureel in het grote web van het leven.

"Er groeit nu een nieuw verhaal. We begrijpen dat we in een netwerk leven dat het leven bij elkaar houdt in verweven relaties."

Een nieuwe taal voor narratief werk?

Als narratieve werkers kunnen we bijdragen aan de verandering van tijdperk, van het antropoceen naar het symbioceen.

We kunnen beginnen met te ontdekken dat het antropoceen het resultaat is van een verhaal dat de Westerse mens zichzelf al vele eeuwen vertelt. Dat er zonder ophouden boodschappen uit onze sociale en economische context komen over wat waar, juist en goed is. Deze boodschappen versterken het antropocentrische verhaal, waarin de mens - en vooral de economische mens - de maat van alle dingen is. Onze taal zit nu vol met woorden die de onderwerping van het leven en van de natuur uitdrukken. Denk maar aan woorden als: beheren, uitrollen, human resources, natuurlijke hulpbronnen, veeteelt, voedselproductie, ... Ecolinguïstiek brengt deze aannames onder onze taal treffend aan het licht.

Het symbioceen is ook een verhaal, een nieuw verhaal waarin mensen thuiskomen in het web van het leven. Dit verhaal groeit. Steeds meer mensen kiezen voor dit alternatieve verhaal. Nog meer mensen zoeken een uitweg uit het belastende, afgescheiden, eenzame leven van productie en consumptie. En miljoenen mensen in sociale organisaties, het bedrijfsleven, financiën, onderwijs, zorg, milieuactivisme en beleid wijden hun werk en leven aan deze grote ommekeer.

'Verhalend werk kan bijdragen. We kunnen ons aansluiten bij de reis van hoop. Verandering begint als we onze verhalen veranderen.'

Als we onze verhalen willen veranderen, helpt het als we begrijpen hoe ze tot stand komen: we verbinden ervaringen in ons leven aan elkaar in verhaallijnen. Ervaringen bestaan uit momenten waarin we ons helemaal levend voelen, uit inzichten die we opdoen, kennis die met ons resoneert, ontmoetingen die ons raken. Ieder mens voelt, denkt, overdenkt, filosofeert, ontmoet, beweegt, ruikt, ziet, hoort, proeft, ervaart lichamelijke gewaarwordingen. Al deze ervaringen - die we opdoen in relatie tot de menselijke wereld en de aarde - vormen ons en onze verhalen. Met deze verhalen drukken we de betekenis uit die we geven aan onszelf, aan anderen, aan de aarde, aan de menselijke wereld. Dit proces is zonder ophouden aan de gang, zonder dat we ons ervan bewust zijn. In dat proces selecteren we ervaringen. Sommigen verdwijnen in de vergetelheid; anderen versterken onze verhaallijnen. Deze selectie wordt grotendeels beïnvloed door wat wel of niet gewaardeerd wordt in onze sociale omgeving.

De uitdaging: onze dominante verhalen veranderen

Op weg naar het symbioceen leren we met nieuwe ogen kijken naar de verhalen die dominant zijn in ons leven, en creëren we ruimte voor het alternatieve verhaal van het symbioceen.

We kunnen dat.

We kunnen ervoor kiezen om andere ervaringen in onze verhaallijnen te verweven. We kunnen de natuurlijke omgeving, de plekken waar we zijn, onze relaties met meer-dan-menselijk-leven van de (onbewuste) achtergrond naar de (bewuste) voorgrond brengen. Door ervaringen.

Een manier om dat te doen is ons ervaringen herinneren die anders zijn dan onze dominante verhalen. Ervaringen waarin we - als kind of volwassene - versteld stonden van de natuur, geraakt werden door schoonheid, ons verbonden voelden met dieren, sprakeloos werden in een landschap, ons thuis voelden op de plek waar we waren, ons verbonden voelden in het grotere geheel. We roepen deze ervaringen weer op, brengen ze tot leven door erover te vertellen en geven er betekenis aan, zodat we als nieuwe verhalen in onze levens kunnen weven.

Een tweede manier om onze verhalen te veranderen is door nieuwe ervaringen op te doen, erover na te denken, er betekenis aan te geven en ze in onze verhaallijnen te verweven. Deze nieuwe ervaringen kunnen voortkomen uit allerlei bronnen: een nieuw idee dat ons raakt, een inzicht waarmee we resoneren, een vraag die ons aan het denken zet, een fysieke en zintuiglijke ervaring die ons ervaringsveld verruimt, de ontdekking van een gemeenschap van mensen die anders denken, een verhaal dat ons raakt, een ervaren resonantie in de ontmoeting met een mens, een plek, een wezen in de natuur.

Wanneer we onze verhalen willen veranderen en versterken, maken we een beweging tussen ervaringen en betekenis. We onderzoeken de ervaring in al zijn aspecten: wat er gebeurde, wie er was, wat we fysiek ervoeren, wat onze zintuigen ons vertelden, welke schoonheid er was, welke sfeer er in het moment was, welke wezens er waren. Daarna gaan we richting betekenis, waar we reflecteren op de invloed van de ervaring op ons leven, de waarden die ontstaan, inzichten, overtuigingen en mogelijke nieuwe beelden voor de toekomst.

We ontdekken hoe onze ervaringen en verhalen anders zijn dan wat we altijd voor waar hebben genomen. We gaan een beetje weg van de dominante verhalen die ons omringen, om plaats te maken voor deze diepgaande ontdekking: dat we zelf natuur zijn! Natuur is niet 'daarbuiten', maar 'hier, in ons en om ons heen'. 

Als narratieve werkers, met een diepgaand begrip van de menselijke onderlinge verbondenheid met de natuur, kunnen we ervaringen faciliteren die mensen fysiek en psychologisch in nieuwe relaties brengen met de schijnbaar 'stille' omgeving: de plaats, planten, dieren, natuurlijke elementen. 

In deze ontwrichtende tijden, op de rand van de grote ontrafeling of de grote wending, kunnen we dit tot onze kerntaak maken: het faciliteren van relaties die onze inbedding in de natuur verschuiven van achtergrond naar de voorgrond. We kunnen mensen helpen om dat te ervaren. We kunnen mensen inspireren om afstand te nemen van het dominante verhaal van afscheiding en het proces van het weven van nieuwe verhalen begeleiden.

Een kernverschuiving die we hier te maken hebben, is mensen aanmoedigen weer op hun zintuigen te vertrouwen. Om ons allemaal te helpen herontdekken dat onze zintuigelijke gevoeligheid voor de wereld is wat ook ons mens maakt. Dat onze oren, ogen, huid, neus, beweging, brein, emoties, hart en intuïtie ons worden gegeven om in relatie te zijn met al het leven, de hele tijd.

In een groeiende tuin waarin nieuwe verhalen ontkiemen over wie we zijn als mens, hoe de ander is, hoe we verbonden zijn met alles wat leeft, kunnen we wortel schieten in de aarde en wordt onze identiteit als verbonden wezen rijker. Dit leidt ook tot in ander gedrag. We maken andere keuzes in ons leven en krijgen moed om te kiezen voor wat we essentieel vinden voor het leven en het mens-zijn. We gaan andere verhalen vertellen, anders leven, anders handelen. Anderen gaan dat zien, geïnspireerd raken en er deugd van hebben. En zo beïnvloeden we het dominante verhaal van het antropoceen. Hoe meer mensen het verhaal van het symbioceen in hun leven toelaten, hoe meer we bewegen in de richting van wederkerige, respectvolle en rechtvaardige interactie tussen mens en natuur. En dat is precies waar we op hopen. 

In het kort: wat kunnen we doen?


We kunnen de natuur inclusief maken in onze vragen, ons luisteren, onze gevoeligheid voor dominante verhalen. Met onze vragen kunnen we mensen helpen om zich bewust te worden van hun eigen lichaam als onderdeel van de natuurlijke wereld, hun bioritme, zintuigen, relaties met licht, lucht, water, aarde, landschappen, dieren, planten, bomen, rotsen, sterren,... .

We kunnen momenten creëren waarop tijd als verwantschap kan worden ervaren: waar mensen hun thuis-zijn in de natuur kunnen ervaren en mogen reflecteren op de onderlinge afhankelijkheid van alles.

We kunnen mensen helpen om betekenis te geven aan die ontdekkingen en ervaringen, en hen inspireren - met onze vragen - om niet meer als afgescheiden, maar als deel van de aarde te gaan leven en handelen. En we kunnen verhalen delen over de transformaties die we bij anderen zien gebeuren en de transformaties die we zelf doormaken.

Wat wordt jouw volgende stap op deze reis?

Wat nu? 

Nu je met me hebt gereisd naar wat een roeping voor narratieve werkers zou kunnen zijn, wat is daarin tot leven gekomen voor jou? Wat resoneert? Waartoe voel je je opgeroepen? Welke wens heb je nu in gedachte voor de mensen met wie je werkt? Welke nieuwe vragen kun je gebruiken in je narratief werk? Welke ervaringen kun je faciliteren voor anderen?

Ik nodig je uit om een poosje te leven met deze vragen. Ga naar buiten, ervaar je eigen thuis-zijn in de natuur. Doe het vaak. Ervaar, reflecteer, maak betekenis en verhaal. En laat de tijd uitwijzen wat je in je praktijk kunt opnemen. Om momenten van verwantschap te bevorderen voor de mensen met wie je werkt. Om mensen te inspireren hun relatie met de meer-dan-menselijke wereld te versterken. Om bij te dragen aan de opkomst van de nieuwe tijd. Het tijdperk van resonantie. Het symbioceen.  

Experimenteer zelf

Een goede plek om te beginnen is deze: verdiep je eigen wortels in de natuur. Nodig je zintuigen uit en vertrouw op je eigen biofiele betekenisgeving. Je kunt deze kernoefening zelf gebruiken en je kunt anderen uitnodigen om ermee hun ervaringen uit te breiden en talloze mogelijkheden van resonantie te openen.

  1. Zoek een natuurlijke plek in je leefomgeving, binnen maximaal 15 minuten lopen. Het kan een plek zijn in je tuin, je straat, een bosje op loopafstand, een boom waar je tegenaan kunt leunen. Zoek niet naar 'de' perfecte plek. Zoek gewoon een kleine plek die je gemakkelijk en regelmatig kunt bezoeken.
  1. Bezoek die plek zoals een respectvolle bezoeker. Zorg ervoor dat je telefoon stil blijft. Maak geen lawaai, stap er langzaam binnen, alsof je een kat of een vos bent. Voel of je welkom bent. En als je dat bent, maak het jezelf dan gemakkelijk. (zo niet, zoek een andere plek en doe hetzelfde). Ga gewoon zitten. Gebruik je zintuigen. Het kan handig zijn om iets bij je hebben om te schrijven of te tekenen, voor het geval je creativiteit naar boven komt. Vergeet niet de plek te bedanken als je weer weggaat.
  1. Ga er dan elke dag heen, of toch zo'n 4 keer per week. Neem minstens 15 minuten de tijd en blijf zo lang als je zintuigen willen dat je blijft. Ga zien, verkennen, voelen, horen, je bewust worden van het leven daar. Of ga gewoon zitten, ontspannen en genieten van de tijd-als-verwantschap.
  1. Ervaar hoe jouw relatie tot die plek verandert. En hoe de plaats en zijn bewoners je lijken te leren kennen en je verwelkomen. Ervaar hoe je zintuigen je verbinden met die plek. Schrijf iets op, of teken, of neem een klein souvenir mee (zonder planten, dieren en plaats te beschadigen natuurlijk).
  1. Nadat je dit een week of twee hebt gedaan, schrijf je een verhaal waarin deze plek een verhaal over jou vertelt. Laat je schrijfsels sudderen, pak het verhaal weer op, poets tot het glanst.
  1. Bezoek dan je plek. Lees het verhaal voor. Bedank de plek voor wat ze voor je heeft gedaan.

  1. (En ga zo vaak terug als je wilt, zolang je wilt en verdiep je relatie nog verder.)

Meer weten?

Boeken die me diep hebben geraakt zijn er genoeg. Om mee te beginnen, voor verhalende werkers die mensen willen helpen hun thuis-zijn in de natuurlijke wereld te verkennen, stel ik voor voor:

  • Radical Ecopsychology; Andy Fisher
  • Resonance; Hartmut Rosa
  • Earth Emotions; Glenn A. Albrecht
  • Reconnecting with nature; Michael J. Cohen

Andere bronnen waar op ik steunde voor dit artikel:

Ik wens je een mooie ontdekkingsreis.

Verdiep je relatie met plek en natuur ...


Recent gepost


Kennismaken met het boek 'Herstellen van planeetpijn, troost en veerkracht bij natuurtrauma' is een ervaring die raakt. Lara Schmelzeisen, Ybe Casteleyn en Jill Marchant weven elk hun bijzondere invalshoek tot iets dat meer werd dan een boek. Het voelt als een plek, een opening in tijd en ruimte, een schuilplaats waar verhalen, beelden,...

Het gesprek over de verbinding tussen ecologie en sociaal werk is nodig, nu. Het gebeurt al, en het is - understatement - belangrijk dat het groeit. Er gebeurt al veel in de praktijk. In onze opleiding sociaal werk, aan de school waar ik lesgeef nog wat - overstatement - weinig. Maar de vragen worden gesteld, en daar begint de verandering....