Opleiding Sociaal Werk: hebben wij iets met ecologie te doen?
Ecologie en sociaal werk?
Het gesprek over de verbinding tussen ecologie en sociaal werk is nodig, nu. Het gebeurt al, en het is - understatement - belangrijk dat het groeit. Er gebeurt al veel in de praktijk. In onze opleiding sociaal werk, aan de school waar ik lesgeef nog wat - overstatement - weinig. Maar de vragen worden gesteld, en daar begint de verandering. Hoe kunnen wij als eigentijdse opleiding Sociaal Werk onze verantwoordelijkheid opnemen om de studenten van vandaag op te leiden tot professionals die de bekommernis rond de gezondheid van de planeet meenemen in hun werk? Willen aankomende professionals ondersteunen met kennis, praktijken en competenties om actief aan de slag te gaan met deze complexe thema's? Voelen wij een roeping om samen met het werkveld hierover aan de slag te gaan? En wat hebben we dan te doen in onze opleiding?
De studenten die wij vandaag opleiden tot sociaal werkers, komen immers in een veel minder stabiele wereld terecht als die van pakweg twee decennia geleden. Zij zullen in hun professionele en persoonlijke leven moeten omgaan met de gevolgen van een vervuilde, opwarmende aarde en het verlies van biodiversiteit.
Het is al lang geen vijf voor twaalf meer. Een temperatuurstijging van 2 graden en meer lijkt onafwendbaar. Earth-overshoot-day viel in 2022 op 28 juli. (vergelijk: 1970: 31 december | 1995: 22 oktober). De berichten over het verlies van biodiversiteit zijn alarmerend. Ecosystemen dreigen in elkaar te storten, en daardoor ook de leefbaarheid van de planeet voor de mens. Waar de focus lange tijd hoofdzakelijk lag op het voorkomen van deze drama's, zien we een verschuiving in de debatten naar adaptatie: we kunnen deze ecologische ontrafeling niet meer helemaal afwenden, we moeten er als wereld en naties mee leren omgaan. Ook in het sociaal werk zullen we met de gevolgen moeten leren omgaan.
We zitten er middenin
De coronacrisis, de watersnood in 2021, de droogte die elk jaar harder toeslaat, hittegolven, energiecrisis, het stikstofvraagstuk maken nu écht voelbaar waarvoor al sinds het doorzetten van de industriële revolutie gewaarschuwd wordt: de manier waarop wij onze economie organiseren, de aarde plunderen van haar bronnen, landschappen vernietigen, omgaan met elkaar, met dieren, planten en alle leven op de planeet vernietigt het perspectief op menswaardig leven van de huidige jongere generaties en de generaties die na hen komen.
Kwetsbare mensen ervaren in hun dagelijkse leven al keihard de gevolgen van die dominante roekeloosheid. Energie wordt onbetaalbaar. De toegang tot gezond en betaalbaar voedsel staat onder druk. Het is onmogelijk schuilen voor zomerse extreme hitte in slecht geïsoleerde woningen in versteende omgevingen. COVID-19 bracht niet alleen angst en ziekte. Isolement, intra-familiale spanningen, eenzaamheid, psychische problemen en gebrekkige toegang tot educatie werken tot op vandaag door in de levens van velen en in die van de meest kwetsbaren het hardst.
Ook psychisch lijden, direct gerelateerd de ecologische crisis, toont zich. Steeds vaker ervaren mensen angst voor klimaatverandering (klimaatangst), lijden aan machteloosheid en apathie (klimaatdepressie). Mensen lijden aan het verlies van hun vertrouwde omgeving (solastalgia, denk bv aan de overstromingen van 2021). Kinderen lijden aan de gevolgen van te weinig natuur in hun dagelijkse leven en spelen (nature-deficit-disorder).
Antropocentrisme en ecocentrisme
De limieten van ons dominante antropocentrische (antropos: mens) wereldbeeld zijn bereikt. In dat wereldbeeld, dat we - in de Westerse samenlevingen - eeuwenlang als vanzelfsprekend hebben beschouwd, staat de natuur (die gezien wordt als dode of minstens niet-bezielde materie) ten dienste van de mens. In dat wereldbeeld is de mens afgescheiden van de natuur en staat hij als heerser of in het beste geval rentmeester boven de natuur. Gaandeweg - en versterkt door de industriële en later technologische revolutie - werd de natuur gedegradeerd tot magazijn en decor: een reservoir van materie die de mens vrijelijk kon gebruiken als grondstof en brandstof in zijn drive naar groei en welvaart.
Het antropocentrisme heeft vele goede dingen voortgebracht op vlak van welzijn en gezondheid. Helaas vaak niet voor iedereen en ten koste van planten, dieren, plekken en hele ecosystemen. Het resultaat wordt elke dag duidelijker: de menselijke dominantie (voortgestuwd door een roekeloos kapitalisme) vernietigt de ecologische systemen waarop het leven steunt.
De roep om een ander paradigma klinkt alsmaar luider. Een wereldbeeld waarin de mens niet langer aan de top van de natuurlijke pyramide schittert als heerser of - in het beste geval -rentmeester, maar waarin de mens zijn plaats IN het ecosysteem opneemt. Een plek waarin de mens begrijpt dat hij een gelijkwaardig deel is in het natuurlijke netwerk van lucht en water, planten en dieren, bergen en oceanen, bodem en hemellichamen. Waarin de mens - vanuit zijn menselijke vermogens en bewustzijn - leeft en handelt in wederkerige respectvolle relaties met de meer-dan-menselijke wereld. Na het antropocentrische paradigma, groeit nu een ecocentrisch wereldbeeld (eco: van oikos: huis, thuis).
In dit ecocentrisch wereldbeeld is het welzijn van de mens rechtstreeks verbonden met de gezondheid van de natuurlijke wereld. Maar het is meer dan dat: de mens IS natuur en neemt - net als alle andere elementen - zijn unieke rol op in het ecosysteem. Die wederkerigheid, die intense relationele verbondenheid weer ontdekken en beleven, het wordt een mega-shift in onze beleving van wat het betekent mens te zijn en samenleving te vormen.
Een opdracht voor het sociaal werk
Sociaal werk heeft hierin een opdracht op te nemen, en doet dat in de praktijk steeds nadrukkelijker. Onze professionaliteit tekent zich door een visie op mens-in-omgeving. Traditioneel verengden we deze 'omgeving' vooral tot intermenselijke relaties, en culturele, politieke en economische structuren. Nu echter pijnlijk duidelijk is hoe diep het welzijn van mens en aarde onderling afhankelijk zijn, is het hoog tijd ons begrip van 'omgeving' uit te breiden naar de natuurlijke wereld.
Het is de taak van sociaal werkers om het dominante antropocentrische paradigma kritisch te bevragen. Na te denken over het waarborgen van welzijn van kwetsbare mensen in wereld waar klimaat, verlies van biodiversiteit en vervuiling toekomstbedreigende proporties heeft aangenomen. Bij te dragen aan sociale en ecologische rechtvaardigheid in de transitie naar een ecocentrische wereld. Levens-vernietigende economische, sociale en politieke structuren op de korrel te nemen en alternatieve praktijken te helpen floreren. Veerkrachtige gemeenschappen op te bouwen die in staat zijn de onafwendbare schokken op te vangen die de klimaatcrisis ons nog zal brengen. Solidariteit te cultiveren tussen mensen onderling en tussen mensen en de meer-dan-mensenwereld.
Beknopte verkenning van eco-social work
In het werkveld groeit uit praktijk en onderzoek een begrip van de verbinding tussen ecologie en sociaal werk, vaak eco-social work genoemd.
Volgens Rambaree, Powers en Smith [1] is eco-sociaal werk niet zozeer een specialisatie in het sociaal werk, maar een lens om naar het werk en de wereld te kijken. Het benadert de analyse van sociale problemen en thema's vanuit een eco-sociaal paradigma, eerder dan vanuit een antropocentrische lens. De eco-sociale lens erkent de onderlinge verbondenheid van alle leven in ons ecosysteem. Het erkent de noodzaak van een fair en duurzaam gebruik van grondstoffen, precies om die onderlinge relaties en het welzijn te herstellen van alles wat in die relaties betrokken is.
Een eco-sociaal wereldbeeld erkent dat mensen niet aan de top van een pyramide staan, maar dat mensen deel zijn van een cyclische natuur. Dat we een deel zijn van het grote, complexe web van het leven. Vanuit dit eco-sociaal wereldbeeld gezien, betekent eco-sociale rechten garanderen ook het verzekeren van de rechten van alle bewuste en niet-bewuste wezens en het gehele ecosysteem.
Deze lens vraagt sociaal werkers om de moderne structuren, waarden, praktijken en manieren van leven kritisch te onderzoeken wanneer die leiden tot ecologische onrechtvaardigheid. Denk maar aan overconsumptie, materialisme, onderdrukking en exploitatie van mens en planeet.
Het begrip 'eco-justice', of ecologische rechtvaardigheid, verwijst naar een rechtvaardigheid die niet alleen mensen en gemeenschappen omvat, maar ook alle niet-menselijke leven. Eco-sociaal werk breidt het streven naar rechtvaardigheid en solidariteit uit naar rechtvaardigheid ten opzichte van het ecosysteem, vanuit het begrijpen dat mensen eraan deelnemen. Als het ecosysteem het begeeft, overleeft ook de mens het niet.
Vanuit dit perspectief maakt eco-sociaal werk deel uit van structureel sociaal werk. Het richt zich tot de sociale structuren die problemen veroorzaken. Daarom schenkt het in het bijzonder aandacht aan de socio-economische en politieke structuren in de samenleving. Het maakt duidelijk hoe neo-liberale praktijken bijdragen aan ongelijkheid en kwetsbaarheid van mensen en gemeenschappen.
Ecosociaal werk omvat bovendien praktijken die mensen in contact brengen met de natuur, de natuur inclusief maken in het werken aan veerkracht, creatieve vermogens, verbondenheid, belonging en verantwoordelijkheid.
Implicaties voor op opleiding Sociaal Werk
Opleidingen Sociaal Werk kunnen hierin een belangrijke taak vervullen. We kunnen de voortrekkers die vandaag al hard werken erkennen, ondersteunen en hun kennis en praktijken amplificeren. We kunnen ecologisch en systemisch bewustzijn bij studenten en in het werkveld te stimuleren. We kunnen kennis, visie en praktijken ontwikkelen die bijdragen aan een eco-sociale samenleving, die - in de komende decennia - bovendien het hoofd zal moeten bieden aan ontwrichtende gebeurtenissen die een direct gevolg zijn van de ecologische crisis waarin we ons bevinden.
Het is de hoogste tijd om studenten en collega's in het werkveld te inspireren en te ondersteunen om kritisch, creatief en handelend vorm te geven aan een sociaal werk temidden van sociale en ecologische complexiteit, grote bekommernissen en kansen tot transformatie.
We hebben daartoe enkele grote verschuivingen te maken in ons denken: van een antropocentrisch naar een ecocentrisch begrijpen van de wereld is daarvan de grootste. Daaruit volgt een basisattitude in systeemdenken, eerder dan causaal redeneren en handelen. De ontwikkeling van het vermogen tot handelen in wicked uitdagingen. En, zo wil ik pleiten, aansluiting vinden en cultiveren bij globale-lokale gemeenschappen die zich inzetten voor een Eco-Sociale Wereld.
We moeten daarvoor niet van nul beginnen. We kunnen ons laten inspireren door ontwikkelingen in wetenschap, praktijk en beleid en door de eco-sociale beweging die groeit in het mondiale werkveld van het sociaal werk. De globale definitie van het sociaal werk (2014) biedt heel wat aanknopingspunten. Zeer recent nog (24/5/2022) keurde het de internationale beroepsvereniging IFSW een beleidsdocument goed dat specifiek ingaat op de rol van sociaal werker in het bevorderen van een nieuwe eco-sociale wereld. De Universele verklaring van de Rechten van de Mens werd op 28 juli 2022 uitgebreid met een nieuw artikel, dat expliciet het recht op een gezonde omgeving bepleit. Haast alle zeventien Sustainable Development Goals (VN, 2015) raken aan het sociaal werk. Begin juli 2022 lanceerde de 'People's summit for an eco-social world' een charter voor een duurzame gedeelde toekomst. Om een paar hoopgevende ankers te noemen.
De weg vooruit: enkele ideeën
Wanneer ik 'hoog droom', zie ik in de toekomst enkele boeiende sporen voor opleidingen Sociaal werk. Liefst van al in verbondenheid met elkaar. Concurrentiegedrag overstijgend, elkaar vindend in deze missie voor het sociaal werk.
Sporen als een kennis- en ondersteuningscentrum voor Eco-sociaal werk: gevoed door onderzoek, inzichten en praktijken samengebracht door studenten en het werkveld. Een afstudeerrichting en Banaba Eco-sociaal werk waarin we studenten specialiseren in het sociaal werk op het snijvlak mens-ecologie. De integratie van het ecocentrisch wereldbeeld in alle aspecten van de huidige opleiding: aandacht voor bijvoorbeeld ecofilosofie, ecopsychologie, ecotherapie, ecologische perspectieven op economie, ecologie in politieke vorming, ecologie in de geschiedenis van het sociaal werk, ecologie in projectwerking, etc. De integratie van een leerlijn rond duurzame ontwikkeling, systeembewustzijn en systemisch handelen in wicked-uitdagingen. En het versterken van internationale samenwerking. Kruisbestuiving, ervaringen en kennis delen, samen beweging maken, we kunnen het.
Laat ons beginnen met verkennen wat er vandaag al in onze opleidingen gebeurt. Waar is al aandacht voor ecologie en sociaal werk? Hoe gaan we daarmee om? Op welke bronnen baseren we ons? Wat willen we doen? Waar gaat onze hoop naar uit? Wat hebben collega's daarvoor nodig? Welke mogelijkheden zien ze voor de toekomst? Door met elkaar in gesprek te gaan, groeit de aandacht en ontstaan al vanzelf ideeën en toepassingen. Collega's gaan elkaar vinden, van gedachten wisselen en elkaar inspireren. Met de nieuwe kennis die deze gesprekken opleveren, kunnen we volgende stappen zetten.
Ik heb behoefte aan het gesprek. En ik hoop dat die behoefte gedeeld wordt door heel wat collega's. Dat we elkaar kunnen vinden. Want daar, in de ontmoeting en het ontdekken van wat ons raakt en oproept, ontstaat de verandering. Ik hoor graag wat we samen kunnen doen.
Griet Bouwen,
September 2022
[1] Komalsingh Rambaree, Meredith C. F. Powers & Richard J. Smith (2019). Ecosocial work and social change in community practice, Journal of Community Practice.