Waardigheidspraktijken en eerbare oogst

30-04-2021

Zinspelen op ECO-RELATIES | Een ethiek van waardige wederkerigheid

Waardigheidspraktijken en eerbare oogst


Ik dwaal door de tuin om een salade bij elkaar te plukken. April is genereus. Daslook, groeiend in de schaduw van de fruitbomen. Chinese look, ajuinpijpjes en postelein op plekjes die volop de lentezon vangen. Rucola in de serre. Ik oefen de 'honorable harvest', die ik leerde van Professor Robin Wahl Kimmerer.

 

Ik vraag de plant of ik mag plukken en luister vanuit mijn hart naar hun suggesties: welke blaadjes pluk ik, welke laat ik beter nog wat staan? Ik pluk bedachtzaam, blad per blad, waar ik voorheen met de schaar in een snelle beweging een handvol groen bij elkaar knipte. Hier en daar geef ik de plantjes extra ruimte door wat ander kruid weg te halen. Met het vers geplukte voedsel in mijn handen, bedank ik de plant voor haar gulle gift. In die eerbare oogst, zoals Kimmerer die noemt, zie ik verwantschap met de redignifying practices, of waardigheidspraktijken: de grondhouding waarop mijn werk als Verhalenwever steunt. De praktijk van eerbaar oogsten breidt de waardigheidspraktijken uit van mensen naar de levende wereld.

Mijn reis door de opleiding Toegepaste Ecopsychologie (*) verandert mijn verhouding met mijn tuin opmerkelijk. Mijn relatie verschuift van dominantie naar participatie. Ik ervaar mezelf niet langer als de manager van mijn tuin, maar word een deelnemer in die levende omgeving. Geïnspireerd door wetenschappers als Kimmerer, die hun belangstelling toewijden aan een holistisch-systemisch begrip van het aardse leven, kom ik thuis in de levende aarde waarin niet alleen mensen wonen. Ik word wakkerder voor de omgeving waarin ik leef: een plek die niet alleen van en voor mensen is, maar mee gevormd wordt de bodem, de planten en de dieren. Waarin alles wat leeft een eigen bestaansreden en -recht heeft en het bestaan van al het andere ondersteunt. 

Leestijd: 10 minuten.

"Wij en de wereld zijn elkaar."

Maurice Merleau-Ponty (1908-1961)

Wij en de wereld zijn elkaar: dit is de ervaring die ontstaat wanneer wij, mensen uit onze ivoren torens van afscheiding en dominantie afdalen en verwonderd - zonder oordeel - leven op deze aarde die leeft en leven geeft. leeft. Dan ontmoeten we ook in niet-mensen levende wezens die in symbiose met andere wezens streven naar zijn en zelfrealisatie. Wanneer we de betekenis van het woord 'wezen', afgeleid van 'zijn', uitbreiden van onszelf naar al het aardse, beseffen we hoe onlosmakelijk we verbonden zijn met een wonderlijke, ademende, diverse levende wereld. Dan ontdekken we dat ook planten en dieren capaciteiten hebben, sensaties, intelligentie. Dat ook niet-mensen leven in wederkerige relaties en hun unieke groei nastreven. Wat uit dat besef oprijst is belangstelling, respect, liefde en het verlangen om waardig deelgenoot te zijn van die levende gemeenschap.

Van 'Ik-het' naar Ik-Jij' relatie

Onze moderne tijd cultiveerde een verregaande objectivering van alles wat niet-menselijk is. Planten, dieren, plekken, seizoenen, planeten, winden werden een 'het': (gebruiks)objecten die slechts kunnen begrepen worden door rationele studie. Ook in de humane wetenschappen overheerst vandaag een streven naar objectiviteit, die van mensen uiteindelijk een object maakt. Filosoof Martin Buber benoemde dat als een 'ik-het' relatie. In zijn werk onderzoekt hij een 'Ik-Jij' - relatie, waarbij de ander benaderd wordt als een mysterie dat slechts in onze openheid om geraakt te worden iets van zichzelf kan onthullen aan ons.

Onder meer Ecofilosofe Freya Matthews suggereert de 'Gij' in deze relatie niet te beperken tot de mens of de god waartoe we ons verhouden. Matthews vestigt in haar werk de aandacht op de ontmoeting met de levende wereld van mensen, plekken, dieren, planten en de aarde. Ontmoeten betekent de ander benaderen als een subject: een wezen waarmee we kunnen communiceren en wederkerige relaties ervaren. Om die stap te kunnen zetten moeten we eerst en vooral loskomen van het dominante Westerse denken dat ons gevangen houdt in de aanname dat wij, mensen, afgescheiden zijn van de wereld en dat ons 'ik' begrensd wordt door het lichaam waarin we wonen. Dat is ook één van de uitgangspunten van de ecopsychologie, een groeiend veld van kennis en praktijken dat zich wijdt aan het herstellen van de relaties tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving.

Doorheen mijn studie van de toegepaste ecopsychologie, begin ik deze discipline gaandeweg te begrijpen als een bevrijdingspsychologie. In wijdere cirkels opent mijn empathie - of mede-leven - zich voor alle levende wezens. Een ecologische bevrijdingspsychologie nodigt de mens uit zijn dominante positie ten opzichte van plekken, planten en dieren te verlaten, hen te respecteren en inclusief te maken in onze ervaring en onze besluitvorming. Cruciaal, lijkt mij, is het begrijpen van symbiose: het samenleven van levende wezens die afhankelijk zijn van elkaars levenskwaliteit en kansen om zichzelf te realiseren. Ook die van dieren, planten, rivieren, bossen en landschappen.

Naar een ethiek van 
waardige wederkerigheid



Kennis uit de ervaren ontmoeting

Daarvoor kunnen we proberen te zien, en langzaamaan te aanvaarden, dat er - naast onze breed aanvaarde aanname van 'kennis' als zogenaamde objectieve kennis, andere vormen van kennis bestaan die ook geldig zijn. Zoals kennis die we opdoen door ervaring. Ervaring ontstaat in de ontmoeting: onze zintuiglijke ontmoeting met de wereld. Een fenomenologische benadering.

De fenomenologie is de systematische poging om betekenis te ontsluieren in de beleefde ervaring. Fenomenologie gaat ervan uit dat elk objectief begrijpen bemiddeld wordt door subjectieve ervaring van een fenomeen. Het woord 'fenomeen' komt van het Griekse phainomenon en betekent: het zichtbare, de verschijning. De fenomenologie gaat niet uit van vooronderstellingen of theorieën die verschijnselen in oorzaak-gevolg relaties willen rangschikken. Ze gaat uit van de directe zintuiglijke en intuïtieve ervaring van fenomenen. Zoals wanneer een landschap ons kan ontroeren bijvoorbeeld, de ogen van een hond ons iets vertellen, of een plant ons wil laten delen in zijn gulle glorie.

Het sluit zo bijzonder aan op de essentie van mijn werk als Verhalenwever: de ontmoeting met een ander mens als een mysterie, die in het vertellen van ervaringen iets van zichzelf ontsluiert, voor zichzelf en voor de luisteraar. Het verhaal wat dat daaruit oprijst is ook geldige kennis, geworteld in ervaringen. De ecopsychologie nodigt mij uit die ontmoeting te verruimen naar al wat leeft, zonder op die ander (plant, dier, landschap,..) menselijke eigenschappen te projecteren.

Zo wordt 'de omgeving' ook deelnemer in de verhalen die dan aan de oppervlakte komen. Dat gaat een stuk verder dan - zoals ik nu al probeer te doen in dit werk - onze verhalende gesprekken te organiseren op plekken waar de omgeving schoonheid, rust en inspiratie biedt. Het nodigt mij uit om onze luisterende houding aandachtig uit te breiden naar de plek zelf. Een ontroerende gedachte.

Ethiek van waardige wederkerigheid

In het narratief werk dat Storyweavers beoefenen, houden we 'waardigheidspraktijken' (Chené Swart) vast. De kern van die praktijk is het proberen loslaten van dominantie van één partner in de ontmoeting over de andere. Met deze 're-dignifying practices' willen we de waardigheid van de ander, zijn of haar eigen zijn, streven en bloeien met het grootst mogelijke respect benaderen. Met waardigheid bedoelen we dat de ander, die voor ons altijd een mysterie zal zijn, benaderen als een volmaakt wezen dat eerbied verdient. We streven ernaar naar om zonder een (verborgen) agenda deelnemer te zijn in een ontmoeting en onze zintuigen (inclusief ons hart) te openen voor het mysterie dat de ander is. Het begint bij oprechte aandacht, belangstelling en verwondering: een houding waarin mede-leven, zorg en kennis wederkerig stroomt tussen de ander en onszelf. We weerhouden onszelf ervan om te ander te willen redden, adviseren of - ultimo - veranderen. Storyweaving is - net omwille van die waardigheidsprakijken - een samen zijn en doorheen het vertellen en luisteren samen nieuwe kennis zien ontstaan.

Robin Wahl Kimmerer inspireert ons om die houding van eerbied, verwondering en dankbaarheid uit te breiden naar de plantenwereld. Zij spreekt van planten als personen: met wederkerige relaties, ervaringen, capaciteiten, groei en intelligentie (let op: laat ons hier niet de menselijke intelligentie projecteren op planten, maar wel de eigen intelligentie van planten aannemen). Dat klinkt vreemd en nieuw, maar is het eigenlijk helemaal niet. Slechts de laatste eeuwen zijn planten - en dieren - in de menselijke geest en cultuur gedecimeerd tot objecten. Onze verre voorouders cultiveerden een subjectieve relatie met de natuurlijke wereld. Ook van hedendaagse inheemse culturen kunnen we leren dat er andere manieren zijn van kijken naar en leven met de aarde en alle wezens.

We hebben al een gevoel van waardering en verwondering voor de aarde in ons, zegt Kimmerer, en deze tijd vraagt van ons om daar nu opnieuw ruimte voor te maken. Om in planten en dieren de ander herkennen als een levende verwant van ons eigen leven. Dan wordt, zegt Professor Carl Safina, de vraag niet langer wat, maar wie ben jij?

De wie-vraag leidt tot andere ethische overwegingen. Als we planten (en dieren, en landschappen, en wouden, rivieren...) niet langer benaderen als wat (object) maar als wie (subject), heeft dat gevolgen voor wat we doen. Dan zal in onze actie een ethiek van wederkerigheid een plaats vinden, die de waardigheid van de ander insluit, herstelt en respecteert. Deze nieuwe verhouding is broodnodig in dit heftig tijdsgewricht van klimaatopwarming, uitputting en vervuiling van de aarde en het verdwijnen van soorten.

De eerbare oogst 
als
Waardigheidspraktijk

Honorable Harvest: de eerbare oogst als waardigheidspraktijken

Laat ons even verwijlen bij planten. Denk aan je tuin, waarin de planten schoonheid brengen, voedsel leveren, een ecosysteem creëren voor jou, de dieren en elkaar. Planten bewonen de aarde al lang voor dieren en mensen zijn ontstaan. Ze leven van licht, water, voedsel uit de bodem. Ze transformeren onze uitademing (koolstof) uit tot de vitale levensenergie zuurstof, die wij weer inademen. Geen fotosynthese, geen zuurstof. Geen planten, geen menselijk leven. Planten zijn genereuze en generatieve wezens, zegt Kimmerer. Het wordt tijd dat we hen met die waardigheid benaderen.

Kimmerer groeide op in de inheemse Amerikaanse cultuur. Als biologe koppelt ze haar wetenschappelijke inzichten aan de wijsheid die haar volk eeuwenlang doorgaf aan volgende generaties. De eerbare oogst, honorable harvest, is daarin een praktijk die de menselijke afhankelijkheid van planten erkent en de plant in haar waardigheid, met eerbied benadert.

De eerbare oogst omvat deze ethische principes:

  • Neem nooit de eerste plant die opkomt, maar merk ze wél op en bedank ze.
  • Wanneer je wil plukken: vraag toelating aan de planten.
  • Luister naar het antwoord van de planten: hebben ze genoeg om te delen? Wat willen ze delen? En als je voelt dat het niet klopt, oogst dan niet.
  • Neem alleen wat je nodig hebt.
  • Probeer zo weinig mogelijk schade aan te richten aan de plant en de aarde.
  • Gebruik alles wat je neemt, want een leven wordt je gegeven.
  • Wees dankbaar. Dankbaarheid beoefenen brengt je in relatie met alle wezens. En wie dankbaar is, neemt minder.
  • Deel wat je hebt genomen.
  • Geef iets terug. Door bijvoorbeeld de plant wat extra ruimte te geven, te wieden, zaden mee te nemen naar een andere plek. Of zing een lied, schenk je glimlach, communiceer.

Zie je hoe in deze eerbare oogst een nieuwe verhouding tussen ons en de levende wereld ontstaat? Kan je je voorstellen welke transformerende kracht hiervan uitgaat voor ons, mensen en onze relatie met onze tuin en al het leven dat die ondersteunt? Kan je je voorstellen dat dit effecten heeft op de planten? Robin Wahl Kimmerer getuigt van dat laatste. In een project waar de honorable harvest werd uitgeprobeerd, ging de tanende opbrengst van een Sweetgrass plantage weer floreren. Het verschil tussen dat gebied, en een aanpalend terrein waar deze praktijk niet werd toegepast, was opmerkelijk.

In die praktijk, en de effecten ervan op de levensvormen die we ermee benaderen, ontwaar ik een bijzondere verwantschap tussen alle levende wezens. Zoals ik mensen zie opfleuren wanneer ze waardig beluisterd worden in hun verhalen, zo duidt Kimmerer op het floreren van planten die waardig benaderd worden. Re-dignifying practices en Honorable harvest zijn familie van elkaar. Beiden hebben gemeen dat ze de ander als levend, subjectief wezen benaderen, waardoor in een wederkerige relatie groei ontstaat.

Aandacht, wederkerigheid en verantwoordelijkheid

Wie verlangt naar deze bezielde relatie met het leven dat ons omringt, vraagt zich nu misschien af: waar begin ik?

Alles begint bij aandacht. 'Paying attention', zegt Kimmerer. Het mooie is de letterlijke vertaling: betaal met aandacht. Geef je aandacht in ruil voor wat je krijgt van anderen: mensen en niet-menselijke wezens. In die aandacht zien we hoe de ander ons leven aanraakt en in stand helpt houden. Dat we bij elke ademhaling, elke maaltijd, elke ontmoeting geschenken krijgen van de ander. Dan nemen we vanzelf verantwoordelijkheid op om die ander, en onze wederkerige relatie ermee, te erkennen en te ondersteunen. Dan geven we terug wat we krijgen. We benoemen de geschenken, we handelen zorgzaam en betrokken. Dat alles houdt de wederkerigheid gaande, als een spiraal die cirkelt naar steeds sterkere, onderling afhankelijke en wederkerige relaties.

Wederkerigheid en verantwoordelijkheid zijn twee kanten van dezelfde medaille, aldus Kimmerer. Besef van wederkerige afhankelijkheid roep de vraag op naar verantwoordelijkheid: op welke manier kan ieder van ons verantwoordelijkheid opnemen voor de levende aarde? Of we nu Storyweaver, leerkracht, informaticus, bedrijfsleider of wat dan ook zijn, op elke plek en in elke rol kunnen we ervoor kiezen om verantwoordelijkheid op te nemen. Onze aandacht en onze talenten geven en blijven geven, wordt dan onze verantwoordelijkheid. Dat is het geschenk dat ieder van ons met zich meedraagt.


Bronnen

Voor de uitdieping van terminologie, biografieën en data maakte ik gebruik van Wikipedia.
De foto maakte ik op 29 april 2021 in onze tuin.

(*) Het schrijven van deze tekst werd geïnspireerd door mijn deelname aan de opleiding Ecotuner® , een initiatief van EarthWise Education. Mijn dank gaat uit naar Ann Sterckx, die deze opleiding met opmerkelijke zorg in mekaar timmerde en begeleidt. 


Meer zinspelingen op...