Ziel van plek
Zinspelen op PLEK | Ik vermoed dat de plek waar wij wonen een ziel heeft. Net zoals vele andere dierbare plekken bezield zijn. De kerk in ons dorp voelt bezield. De lange Maastrichterallée bij Alden Biesen fluistert me toe als ik er wandel. Het in het groen verscholen Jonckholt maakt me op slag stil. De velden, bossen en verhoogde bermen langs het kanaal hebben het ook, die magie.
Ik voel het als mijn eigen gedachten stilvallen. Ik hoor het als ik luister. Erover vertellen valt me minder makkelijk. Praten over de ziel van een plek is niet vanzelfsprekend. We hebben er amper taal voor, geen passende woordenschat die in onze tijd en onze Westerse samenleving algemeen aanvaard is. Geïnspireerd door het werk van de Australische eco-filosofe Freya Matthews, doe ik een poging.
De plek ontmoeten, een voorrecht
Waar zijn de woorden naartoe?
Ons Westerse kader van 'wat is realiteit', is gefundeerd op de wijsheidstraditie van de Griekse filosofie en later het verlichte denken. Daarin werd de mens losgemaakt van zijn omgeving en verheven tot het enige wezen met bewustzijn en denkvermogen. De mens dus als schepsel met de unieke capaciteit om 'naar de wereld te kijken', die te onderzoeken, te begrijpen en - daar komt het uiteindelijk op neer - te beheersen. Een traditie ook waarin spiritualiteit en wetenschap gaandeweg los zijn komen te staan van elkaar en waarin het eerste 'persoonlijk' is geworden en het tweede 'waarheid'.
Onze Westerse samenleving is diep doordrongen van die dualistische filosofie: de mens als 'subject', als (enige) wezen met bewustzijn en denkvermogen, verhoudt zich tot de voor het overige passieve wereld van materie. In de moderne wetenschap - die we hebben verheven tot enige valabele kenniskader - is dat subject-object denken helemaal tot wasdom gekomen. Alles op aarde werd een 'object' voor de menselijke geest, met alle (catastrofale) gevolgen van dien: wat object is, kan zonder emotie en schuldgevoel worden onderworpen aan de mens.
Het Westen is diep doordrongen van een dualistisch perspectief. De mens als subject, verhoudt zich tot de wereld van materie. Alles wat niet-mens is, werd object en dus beheersbaar.
Dat heeft nogal wat gevolgen voor plekken die ons dierbaar zijn. Ik geef een voorbeeld. Denken we bijvoorbeeld aan het vraagstuk: wat doen we met de rijkdom aan kerken en abdijen in onze regio?
Herbestemming van religieuze gebouwen, vanuit dit dualistische filosofische kader, benadert dat patrimonium immers vanuit een subject-object verhouding: de mens (als denkend en bewust wezen) beschouwt deze gebouwen en domeinen als object. We gaan 'theoretiseren': kijken naar de realiteit vanuit het intellect en op die manier trachten te begrijpen. Daardoor wordt voorbij gegaan aan de 'ziel' die we soms intens kunnen ervaren wanneer we in contact komen met een plek of een gebouw. Een plek kan ons immers raken, iets doen, inspireren, ontroeren, vormen. De plek lijkt daardoor veel meer dan de som van de delen. De delen vormen 'iets' dat groter of mysterieuzer - mystieker? - is dan wat we objectief waarnemen.
De plek als (communicatief) 'subject'
Nu lijkt het mij dat deze dualistische filosofie een aanname is, een filosofisch kader. Dat betekent dat naast deze aanname net zo goed een ander uitgangspunt geldig kan zijn. Achter elke uiterlijkheid van plekken en elementen kan ook een innerlijkheid verondersteld worden, beweert de Australische filosofe Freya Matthews. Alle mensen, dieren en dingen (gebouwen, landschappen, planten,...) kunnen worden ervaren als deelnemend aan een grotere aanwezigheid en hoger doel. Die innerlijkheid is niet per definitie van eenzelfde aard als het menselijke bewustzijn, maar is wel 'communicatief', in de zin dat het mogelijk is om ervan iets in een relatie te ervaren. Die ervaring is ons trouwens niet onbekend. Wanneer we reizen bijvoorbeeld, ervaren we de grootsheid van plekken vaak bijzonder intens omdat we er bewust voor openstaan.
Kan het zijn dat het subject-object denken slechts een aanname is? Dat er dus ook andere manieren van denken mogelijk zijn die net zo 'waar' kunnen zijn?
UNESCO definieerde de ziel van plek ('Spirit of Place') als de combinatie van tastbare en niet tastbare elementen die samen een plek maken tot wat die is. Tastbaar zijn de gebouwen, de grond, de landschappen, objecten en routes bijvoorbeeld. Niet tastbaar zijn herinneringen, verhalen, geschriften, traditionele kennis, rituelen, waarden, kleuren, geuren, texturen, festivals enzovoort. Dus zegt UNESCO dat de ziel van de plek zowel de fysische en spirituele elementen omvat die samen betekenis, waarde, emotie en mysterie geven aan de plek.
De ziel van een plek wordt gemaakt door tal van sociale actoren, zegt UNESCO nog. Architecten en managers vanzelfsprekend, maar ook gebruikers en iedereen die actief - en vaak erg verschillend van elkaar - betekenis geven aan de plek. Wanneer we de ziel van een plek beschouwen als een relationele realiteit, kan een die veelzijdig en dynamisch karakter krijgen, dat een veelheid van betekenissen en eigenaardigheden kan omvatten. De ziel van een plek kan daardoor doorheen de tijd veranderen en tot verschillende groepen behoren.
Deze invalshoek bevrijdt alles wat ons omringt en waar wij deel aan hebben van zijn pure object-karakter. Het voegt dimensies toe die we als 'innerlijkheid' kunnen benoemen. Mogelijk is het die innerlijkheid die verwijst naar wat wij ervaren en benoemen als de 'ziel' van een plek.
De plek: van object naar subject
Net zoals een mens niet kan gekend worden door over zijn verschijning en werking van het geheel en onderdelen na te denken, kan een plek niet begrepen worden door slechts zijn uiterlijkheid, werking en onderdelen te verklaren. Een manier van doen die hier wel past is de ontmoeting van subject (mens) tot subject (plek). Enkel in die ontmoeting, en het openstaan voor wat in die ontmoeting over en weer stroomt aan ervaringen en betekenissen, kan de ziel van een plek ervaren worden, die altijd zal verborgen blijven voor wie een plek als materie benadert.
Freya Matthews geeft aan dat mensen een subject-subject relatie kunnen aangaan met de omgeving waar ze verblijven. Daarmee bedoelt ze dat wij mensen (subject) ons kunnen verhouden tot onze omgeving als een levend geheel dat ook subject is.
Dat is belangrijk in ons omgaan met kerken, landschappen, tuinen, velden, dorpen en gebouwen. Maar hoe kunnen we ontsnappen aan het subject-object materialisme dat ons denken domineert? Denken, theorievorming en taal lijken ontoereikend. We hebben praktijken nodig, handelend aanwezig zijn. Praktijken die ons weghalen bij die positie van 'kijken naar' en interpreteren via het intellect. Praktijken die ons doen deelnemen in de omgeving en daarin de diepte van ervaring ontdekken, de wederkerigheid, de samenhang, de verbondenheid met alles (Matthews).
Denken over plekken alleen zal niet volstaan. We zullen moeten doen. Praktijken koesteren die de relatie tussen de mens en zijn plekken uitdiept en verlevendigt.
Die praktijken zullen manieren van handelen zijn die ontstaan vanuit aandacht, geboren uit engagement van mens tot de levende plek en alle dingen die er deel van uitmaken. In het aangaan van die relaties met een gebouw, zijn geschiedenis, de verhalen, de mensen, de kamers, uithoekjes van een terrein, bomen en planten, de wind die ergens altijd bijzonder waait, een plek die een bijzondere kracht lijkt uit te stralen.
Relationele praktijken tussen mens en plek
In die aandachtige, wederkerige relaties - dat communicatieve proces waarin alles wat in die plek meespreekt en ervaren wordt - ontstaat bezieling. Daar ontstaan antwoorden op wat de plek ons zegt, wat die met ons doet, wat haar bron en grondstroom is, en uiteindelijk welke nieuwe activiteiten ze wil uitnodigen die die grondstroom aanraken. Die 'antwoorden' kunnen mensen in gesprek brengen met elkaar in conversaties, experimenten of via kunst.
Dit is geen 'theoria', maar 'strategia': niet in eerste plaats het 'in kaart brengen en er een theorie over vormen', maar de kunst van het begeleiden en doorvoelen van krachten die samenhangen. En er dan liefdevol mee omgaan, als menselijke mede-scheppers van de ziel van plek.
Het is wat wij, Arno en ik, met onze plek doen. De plek voelen, onze herinneringen erin verweven, ze een trefpunt laten zijn waar mensen gastvrij bejegend worden, ze delen met de vogels, insecten en zoogdieren die er een thuis en toevluchtsoord vinden. Mee-bewegen met de plek. Luisteren naar haar stem en behoeften. Ergens zijn is deelnemen aan de ziel van de plek. Ergens mogen wonen wordt dan een bijzonder voorrecht om die bezieling te ervaren en ondersteunen.
Een missie in zichzelf.
Voor wie meer wil ontdekken:
> Freya Matthews,
Reinhabiting Reality. State University of New York Press, 2005
> Unesco, International Counsil on Monuments and Sites ICOMOS - Québec Declaration on the preservation of the spirit of place, 2008
Deze 'Zinspeling op...' is een bewerking van eerder geschreven tekst die verscheen in 'Samen Schrijven aan de toekomst van ons religieus patrimonium' (Kristof Lataire & Griet Bouwen, 2020).