.
Het weefproces
in 10 stappen
Stap 1: Voel je positie: tussen verteller en lezer, luisteraar, kijker
Ga in je positie staan: je bouwt de brug tussen de verteller en de oceaan. Wat zou je enthousiast doorvertellen aan iemand anders over je gesprek? Waar zie je een (glimp van) een 'alternatief verhaal'? Daarin zit de 'parel' van je verhaal, de hoofdlijn voor je story.
Om die hoofdlijn te vangen, stellen we hier drie mogelijke
oefeningen voor. Die denkoefeningen kan je in je eentje doen, of je kan iemand
vragen om naar je te luisteren en nieuwgierige vragen te stellen.
Stap 2: Thema
Thema's zijn doorgaans inhoudelijke elementen die het individuele verhaal overstijgen en waardoor het verhaal kan worden verbonden met andere verhalen. Een duidelijk thema geeft het verhaal extra relevantie mee in de context waarin het zal terecht komen. Thema's zijn vaak waarden, grotere vraagstukken of leervragen. Welk 'thema' komt er terug in je verhaal? Of had je een specifiek thema in gedachten voor je het gesprek had? Ontdek het thema en zet dat bij in je hoofdlijn.
Stap 3: Uitpakken
Vraag je dan af: wat moet je nog meer vertellen om de hoofdlijn en het thema uit te pakken? Welke inzichten, informatie, anekdotes, sfeer en subthema's wil je aan bod laten komen? Zorg dat die allemaal passen in je hoofdlijn.
Stap 4: Kies een vorm
Voor je gaat schrijven, kies je een vorm die jij goed vindt passen bij het verhaal wat je wil brengen. Dat is een kwestie van aanvoelen, en ook wel durven volgen waar je zin in hebt. Rekening houdend met de waardigheidspraktijken, uiteraard.
Verhalen zijn meestal opgebouwd als volgt: titel (onderwerp, werkwoord, gezegde), hoofdlijn (drie tot zeven regels die de essentie van je verhaal weergeven en het verbinden met een thema), bodytekst, al dan niet met tussenkopjes (of video, podcast,...) en eventueel een afsluitende verrassing, een vraag of oproep aan de lezer. Maak een korte bio van de verteller die het verhaal kan begeleiden.
Er zijn veel vormen mogelijk. Grasduin hier en vind wat bij jou en je verhaal past.
Stap 5: verhaallijn
Bouw je verhaallijn en schrijf, teken (of bij video of podcast: monteer) je verhaal. Chronologisch schrijven is meestal niet het beste. Werk van opvallende inzichten naar subthema's, naar eventueel conclusies of verrassingen aan het einde van het verhaal. Bedenk een structuur uit die je verhaal en je lezer het best dient.
Enkele tips:
- Probeer je eigen inspiratie over te brengen zonder dat je als schrijver te aanwezig wordt: dat doe je tussen de lijnen, in sfeerschepping. Jouw mening over het verhaal is niet echt belangrijk, wel belangrijk is wat het met je doet.
- Structuur is belangrijk. Het helpt de lezer om door je verhaal te wandelen. Het is bovendien vaak ook een echt geschenk voor de verteller, die via jouw structuur ervaart dat zijn of haar verhaal samenhangend, helder en betekenisvol is. Dat betekent voor mensen vaak echt iets van waarde.
- Hou subthema's bijeen. In de vorm van een artikel orden je die in alinea's en zet je er eventueel een kopje of een vraag boven. Zet in je alinea's de essentie vooraan. Probeer in andere tekstvormen ook een soort structuur zichtbaar te maken die snelle lezers helpen 'hoppen'.
- Citaten van de verteller versterken het verhaal. Het maakt het persoonlijker, duidelijker, ingebed in context. Citaten kunnen zowel in de tekst als uitgelicht tussen tekstblokken mooi werken.
- Hoe korter je tekst, hoe makkelijker die online gelezen wordt. Tussen de 500 en 1000 woorden is makkelijkst behapbaar voor lezers. Maar neem de vrijheid voor een 'longread', als dat je verhaal het beste past.
- Vergeet de bio van de verteller niet. Dat is trouwens een handige plek om dingen te schrijven die wel nodig zijn zodat de lezer de context begrijpt maar in het verhaal alleen maar storen.
Stap 6: titel
Sommige schrijvers maken eerst een titel, anderen houden die taak tot het allerlaatst. Een titel hoeft niet persé 'catchy' te zijn. Het mag, maar belangrijker is dat de titel de geest en het thema van je verhaal pakt.
Stap 7: beeld
Welk beeld of welke beelden zouden een meerwaarde kunnen zijn voor het verhaal? Sprak de verteller in beelden, dan kan je met die inspiratie verder op zoek naar een beeld. Wil je een grafiek of andere visual invoegen? Welk headerbeeld zou een mooie illustratie kunnen zijn? Rechtenvrije beelden vind je op verschillende websites, zoals bijvoorbeeld deze: Pixabay, Unsplash, Pexels.
Stap 8: check je verhaal
Voor je naar de laatste stap gaat, die waar je het verhaal samen met de verteller afwerkt, kijk je je werk grondig na. Dat doe je met deze checklist.
Stap 9: co-creëer het eindresultaat met de verteller
Als je blij bent met je eerste afgewerkte versie van het verhaal, in welke vorm dan ook, is het tijd om het terug te geven aan de verteller. Je bezorgt je werkstuk, en nodigt de verteller uit er rustig de tijd voor te nemen om het te lezen, bekijken, beluisteren. Je vraagt feedback:
- Wat doet dit verhaal met jou?
- Wat vind je sterk? Wat kan sterker?
- Wat zou jij graag uit het verhaal willen schrappen? Wat ontbreekt er nog?
- Wat is er nodig voor jou vooraleer dit verhaal publiek kan gemaakt worden?
Vervolgens, en met die feedback, werk je het verhaal af.
- Je werkt teksten af.
- Je verzamelt ook een foto van de verteller (als die wil) en vraagt eventuele foto-suggesties bij hem of haar.
- Je spreekt af of het verhaal met volle naam, enkel voornaam of anoniem gepubliceerd wordt.
- Je spreekt met de verteller af waar, wanneer en hoe het verhaal gepubliceerd wordt.
- Je zorgt dat je een schriftelijke toestemming hebt van de verteller, bijvoorbeeld via mail, voor publicatie.
Stap 10: publiceer en deel
Elk verhaal krijgt een plekje op een online platform. Het platform wordt zo ontworpen, dat beeld en tekst het verhaal in z'n volle schoonheid recht doen. Voorbeelden van Storyweaving-platformen vind je hier: Verbindjeverhaal, Wicked-Architects, Talent aan het woord.
En dan begint de kunst van het inweven helemaal. Elk verhaal vertelt iets dat de context kan inspireren. Dat een aanleiding kan zijn tot verbinding, reflectie, begrip en actie. Elk verhaal biedt - hoe klein en bescheiden ook - een draad die nieuwe kleur brengt in de context.
Publiceer het verhaal. Deel het eerst met de verteller. Nodig hem of haar uit om het mee te delen in het eigen (sociale) netwerk. Deel via je eigen sociale media-accounts. Vertel erover. Gebruik het als inspiratiebron in je werk.
Publiceren en delen is delicaat werk. Het
vraagt een gepaste tijd die niet te ver weg ligt van het gesprek dat we voerden.
Het vraagt schoonheid in taal, beeld en vorm, opdat het verhaal kan schitteren.
Het vraagt zorgvuldigheid in het delen met anderen, waarbij we relaties leggen tussen het verhaal en mensen die er mogelijk kunnen op
verder bouwen.